Snurkgeluiden ontstaan door een vernauwing in de luchtweg tussen de neus en de stembanden. Meestal gaat het om een vernauwing van de huig (de overgang van de neus- naar de keelholte) of het gedeelte van de keelholte achter de tong ten gevolge van de spierverslapping tijdens de slaap. Tevens kan, vooral wanneer men op de rug ligt, de tong naar achter zakken, waardoor de ruimte nog verkleind wordt. Door deze vernauwing ontstaat bij het inademen een onderdruk in de keel waardoor het zachte gehemelte met de huig, de tong en de wanden van de keelholte naar elkaar worden gezogen en gaan trillen. Je kan het vergelijken met het leeglopen van een ballon waarbij de lucht door de smalle opening wordt geperst die daardoor gaat trillen en een snerpend geluid maakt.
Wanneer het snurken gepaard gaat met het (kortstondig) stilvallen van de ademhaling, spreekt men van een slaapapneusyndroom. Dit stilvallen kan zeer frequent voorvallen zodat de slaap ernstig verstoord wordt. Hierdoor ontstaat een ondiepe slaap waardoor de snurker zelf last kan krijgen van hoofdpijn, vermoeidheid en concentratiestoornissen. Ook kunnen allerlei gezondheidsproblemen (hartklachten) ontstaan.
Even een dutje doen tijdens het reizen met bus, vliegtuig of trein wordt door het snurken sociaal gezien eveneens onmogelijk gemaakt. Door een chronisch slaapgebrek bij de bedpartner, maar ook bij de snurker zelf, kunnen de spanningen hoog oplopen, zodanig dat het snurken tot serieuze relatie problemen kan leiden. Naast de sociale problemen, kunnen er voor de snurker bovendien eveneens serieuze gezondheidsproblemen ontstaan. Snurken is zeer inspannend voor het lichaam omdat men continue door vernauwde luchtwegen ademt.