woensdag 26 mei 2010

Wat doen wanneer een kind snurkt?

Snurken op zich is niet gevaarlijk. Als het snurken echter gevolgen heeft voor de gedragingen van het kind, gaat het wellicht om het slaapapneusyndroom, dat in elk geval moet behandeld worden.

Snurkt uw kind?
Een kind dat snurkt, slaapt dikwijls slecht. Dit heeft een weerslag op zijn gedrag en gezondheid: een moeilijke ademhaling, adempauzes met een luidruchtige herneming, een bewogen slaap waarbij het kind vaak even wakker wordt, maar 's morgens moeilijk kan opstaan, de neiging om opnieuw in bed te plassen, enz. En overdag is het kind slaperig, vermoeid of integendeel onrustig en zelfs hyperactief. Het kind is prikkelbaar, agressief, onvriendelijk, heeft problemen met de concentratie en het geheugen, en scoort zwak op school, een probleem dat soms plots opduikt. Men stelt eveneens vast dat de ontwikkeling van lichaamslengte en ?gewicht vertraging oploopt. Het kind heeft ook zeer vaak een obstructie en heeft daardoor de neiging om door de mond te ademen.

En als het nu eens ging om het slaapapneusyndroom?
Wat is het probleem? Het kind heeft last van het slaapapneusyndroom. De slaap wordt onderbroken door talrijke ademhalingsstilstanden, waardoor de zuurstoftoevoer in het bloed vermindert. De onderbrekingen duren slechts enkele seconden, waarna de ademhaling telkens min of meer luidruchtig herneemt, wat de oorzaak is van het snurken.

Het slaapapneusyndroom treft 2 tot 3% van de kinderen, vooral tussen 2 en 6 jaar. Het syndroom komt iets meer voor bij jongens dan bij meisjes. We stellen vast dat 40% van de kinderen die wegens snurken een arts raadplegen, last hebben van het slaapapneusyndroom.

Wat zijn de oplossingen tegen snurken?

Het snurken wordt zeer dikwijls veroorzaakt door grote obstructies achter in de neus of door te grote amandelen die de keelholte min of meer afsluiten. Wanneer dat het geval is, is het wegnemen van de obstructie en/of van de amandelen een zeer doeltreffende behandeling. Het kind snurkt niet meer, slaapt rustiger, waardoor de slaap verkwikkend is en de andere stoornissen eveneens verdwijnen.

In 10% van de gevallen blijkt deze ingreep onvoldoende om het probleem op te lossen. Het kind blijft snurken en heeft nog altijd last van het slaapapneusyndroom. Het is dan noodzakelijk om de slaap te registreren door een polysomnografie uit te voeren: gedurende een volledige nacht, registreert men talrijke parameters die kenmerkend zijn voor de slaap van het kind: ademhalingsfrequentie, hartritme, hersengolven, spieractiviteit, enz. Uiteraard worden tijdens deze test ook de ademhalingsstilstanden (frequentie, duur…) geregistreerd. Wanneer het aantal ademhalingsstilstanden (per nacht van 7 uur) de 30 overschrijdt, moet men tot een behandeling overgaan. Deze berust op continue positieve drukbeademing. 's Nachts draagt het kind een masker dat hem lucht bezorgt om de luchtwegen goed open te houden. Deze nachtelijke uitrusting is soms moeilijk te verdragen, zeker voor een kind.

In zeldzamer gevallen kan het snurken ook te wijten zijn aan een afwijking van de mond of het gelaat. In dat geval kan een chirurgische ingreep voor een oplossing zorgen.

Het snurken van een kind kan ook doodeenvoudig veroorzaakt worden door een ontsteking van de neusholten. Maar als het snurken blijft duren, moet men zeker een kno-arts raadplegen om de toestand van het neusslijmvlies, de groei van het neusschot, alsook de grootte van de amandelen en andere obstakels te onderzoeken.