dinsdag 1 juni 2010

Snurker is wellicht gewend aan zijn eigen herrie

Het is naast het hebben van jonge kinderen de grooste verstoorder van de nachtrust: een luid snurkende partner. Wat misschien nog begint met zachte snurkgeluidjes, kan al snel ontaarden in een luid, zwaar geronk. In het ergste geval gaan partners gescheiden slapen: hij in bed en zij op de bank, of andersom natuurlijk. Gek genoeg wordt de snurk(st)er zelf zelden tot nooit wakker van het lawaai. Hoe kan dat toch?

Voordat een poging volgt om die vraag te beantwoorden, is het nuttig te weten waarom iemand snurkt. Meestal verslappen de keelwandspieren tijdens de slaap, zodat ademhalen moeilijker wordt. Hierdoor begint de keelwand te klapperen, wat het snurkende geluid veroorzaakt. Neuroloog Gert Jan Lammers, verbonden aan het LUMC, vindt deze Kwestie ronduit fascinerend. ,,Tot mijn verbazing is er niets over te vinden in de literatuur. Een hele goede vraag dus, maar alles wat ik erover zeg is hierdoor wel speculatie. Lammers vermoedt dat een fervente snurker snel gewend raakt aan zijn eigen geluiden. ,,Al zou dan echter ook de partner eraan moeten kunnen wennen. Hard snurken verstoort de slaap overigens wel. ,,Als je in een diepere slaap bent en je snurkt, dan kun je wel een wekprikkel krijgen, legt Lammers uit. ,,Je komt dan echter in een oppervlakkiger slaap, die niet verkwikkend of rustgevend genoeg is. Daardoor raak je vermoeider en wordt je slaapdruk en wekdrempel hoger; je wordt minder snel wakker.

Lezer Jan Timmers noemt zichzelf ervaringsdeskundige als het om snurken gaat. Hij denkt dat gewenning en menselijk instinct een grote rol spelen. ,,Er bereiken ons voortdurend prikkels in de vorm van een veelheid aan informatie, redeneert hij. ,,Daarbij selecteer je automatisch, anders loopt de harde schijf vol. Dus hoor je na enige tijd het tikken van de klok niet meer, of de overvliegende vliegtuigen. Je weet immers dat die geluiden geen gevaar meer betekenen.

Daarom kun je jezelf ook niet kietelen, denkt Timmers, want zo een prikkel duidt niet op gevaar. ,,Dat is anders dan wanneer iemand anders je kietelt. Met snurken is het ongeveer net zo; je slaapt en je snurkt. Heel even hoor je het en je denkt onbewust; ik snurk, dus ik leef. Dus is er niets aan de hand. Je partner hoort het wel, want voor hem of haar kan dat snurken instinctief duiden op mogelijk gevaar. Met andere woorden: het niet horen van je eigen gesnurk hoort bij het overboord werken van irrelevante informatie. Lammers kan zich aardig vinden in die uitleg. ,,Ook hier draait het vooral om gewenning. Ik kan me hier wel in vinden.
(Bron: Leidsch blad